TERUG NAAR
Deze jongeren hebben vaak justitiële maatregelen zoals een jeugdreclasseringsmaatregel. Soms hebben de jongeren vanuit de (kinder) rechter een maatregel of voorwaarde opgelegd gekregen dat zij begeleid moeten worden en/of behandeling moeten volgen.
Er wordt bij deze jongeren over het algemeen onderscheid gemaakt tussen groepen;
- Kwetsbare jongeren met forensische kanten. Deze jongeren zijn erg beïnvloedbaar voor hun omgeving en komen hierdoor vaak in de problemen. Ze worden soms ingezet door andere jongeren en kunnen weinig weerstand bieden tegen groepsdruk, ook wanneer ze iets niet willen.
- Harde kern jongeren die erg hardnekkig zijn in het plegen van delicten en moeilijk aan te sturen zijn. Deze jongens zien vaak geen andere perspectieven voor zichzelf in het leven, behalve de criminaliteit.
- De jongvolwassen jongens die graag een andere kant op willen in het leven maar vastlopen omdat ze veel moeilijkheden ondervinden met onder andere de praktische zaken van het leven. Ze hebben behoefte aan hulp en ondersteuning om niet op te geven en terug te vallen in hun oude patronen.
Na de aanmelding volgt er overleg met de samenwerkingspartners en wordt er een intakegesprek gehouden. Er wordt vervolgens een profiel opgesteld waarin de behoefte van de jongeren wordt bepaald. Op individueel niveau bestaat er veel differentiatie binnen de forensische doelgroep. Het gaat om de verschillen tussen de jongeren op het gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling en de mate van verharding van delinquent gedrag. Verder hebben de jongeren ook verschillende posities binnen hun netwerk. Deze verschillen hebben effect op de mate van (individuele) beïnvloedbaarheid en op de dynamiek binnen de vriendengroep.
Cognitief niveau
Ook op cognitief niveau is er veel differentiatie binnen de forensische doelgroep. Er kunnen tevens grote verschillen bestaan tussen de taalontwikkeling en de verwerkingssnelheid van de jongeren. De gevolgen hiervan kunnen zijn dat een jongere over of onderschat wordt. Om tot een succesvolle behandeling te komen is het van essentieel belang dat jongeren zowel op sociaal-emotioneel als cognitief niveau passend worden bejegend. Anders kan er forse stagnatie plaatsvinden binnen het traject. Indien nodig kan er diagnostiek plaatsvinden om de behoefte, op sociaal-emotioneel en cognitief niveau, te bepalen. Op deze manier kan er voorkomen worden dat de jongeren over of ondervraagd worden.
Novaa werkt met een specifieke methodiek gericht op de forensische doelgroep, de FAIT methodiek. FAIT staat voor Forensische Aandacht binnen het Individueel Traject. Op individueel niveau bestaat er veel differentiatie binnen de forensische doelgroep. Het gaat om de verschillen tussen de jongeren op het gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling en de mate van verharding van delinquent gedrag. Verder hebben de jongeren ook verschillende posities binnen hun netwerk. Deze verschillen hebben effect op de mate van (individuele) beïnvloedbaarheid en op de dynamiek binnen de vriendengroep. Verder bestaat er veel verschil tussen de cognitieve vaardigheden die jongeren bezitten. Ook de achtergronden van deze jongeren met betrekking tot ervaringen met jeugdtrauma verschillen.
Gebrekkige verbondenheid
Deze jongeren hebben vaak veel meegemaakt, voelen zich alleen en zijn afgezonderd van de samenleving. Ze hebben veel begeleiding en ondersteuning nodig waarbij acceptatie een essentieel onderdeel is. Vaak spelen verwaarlozing, trauma, een gebrekkig perspectief, een laag zelfbeeld en het netwerk een grote rol in deze problematiek.
Individuele aandacht waarbij er nadruk ligt op de therapeutische relatie is van essentieel belang. Veel jongeren met een forensisch profiel kennen een geschiedenis van affectieve en pedagogische verwaarlozing. Ze missen het gevoel van verbondenheid en een positief rolmodel. Vaak hebben zij moeite om gezag te aanvaarden en kunnen zij moeilijk een relatie aangaan met hulpverleners. Het opbouwen van een relatie met deze jongeren is belangrijk. Door middel van een hulpverleningsrelatie kunnen zij een positief rolmodel vinden in de volwassenen, dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en identiteitsontwikkeling.
De combinatie van deze problemen kan erg ingewikkeld zijn. Dit vraagt om een heldere analyse van de ontwikkeling en de forensische kanten van het gedrag.
Begeleiding en behandeling
Tijdens de begeleiding en behandeling wordt er intensief ingezet op:
- Veiligheid voor de jongeren zelf en de omgeving
- Zelfbeeld, zelfvertrouwen en zelfredzaamheid
- Traumaverwerking
- Sociale vaardigheden
- Praktische zaken op orde houden
- Opbouwen van therapeutische vertrouwensrelatie
- Ontwikkelen van een positieve identiteitsontwikkeling
- Loskomen van het negatief netwerk en de forensische identiteit
- Kwetsbaar mogen opstellen
- Opstellen van een gedragsanalyse middels observatie en diagnostiek
- Er wordt gewerkt vanuit presentie en acceptatie
- De begeleiders zijn 24 uur per dag beschikbaar
- In kaart brengen van de criminogene factoren
- Terugdringen van delictgedrag
- Ondersteuning voor en tijdens rechtszittingen
- Wanneer de jongere in detentie komt, blijven de begeleiders erbij en bezoeken zij de jongeren
- De begeleider bezit kennis over een beperkte of selectieve gewetensontwikkeling
- De begeleider bezit kennis over de fases die deze jongeren doorlopen
- Het doel van de begeleiding is in eerste instantie vooral om een rolmodel te zijn en vertrouwen op te bouwen om vanuit hier sturing aan te bieden